Dit Piekerpad gaat over telecommunicatie.
Om informatie over te brengen, gebruikte men vroeger allerlei seinen.
Op je werkblad zie je een plaatje van een optische telegraaf.
Ze lagen 220 kilometer uit elkaar.
De opvolger van de optische telegraaf was de elektrische telegraaf.
Het bericht werd dus in code overgeseind.
De berichten van de elektrische telegraaf werden verzonden via een kabel tussen de zender en de ontvanger.
Later konden de berichten ook draadloos worden verzonden.
Deze uitvinding was ook erg belangrijk voor de ontwikkeling van de radio.
(Maar daar hebben nog veel meer uitvinders hun steentje aan bijgedragen.)
Met deze techniek konden draadloos boodschappen (maar ook muziek) worden overgebracht van de zender naar de ontvanger.
Daar hebben wij ook vandaag de dag nog veel plezier van.
Eeuwenlang waren seinen (zie opdracht 1) de enige manier om berichten op afstand over te brengen.
Deze manieren waren alleen niet altijd even betrouwbaar.
Daarom werden deze manieren niet erg vaak gebruikt.
Het overbrengen van berichten (mond op mond of via een brief) duurde erg lang.
De uitvinding van de telegraaf (opdracht 1 en 2) bracht hierin verandering.
Ook de uitvinding van de telefoon.
In het begin hadden nog niet veel mensen telefoon.
Tegenwoordig is in bijna elk huishouden een televisie te vinden, hij is niet meer weg te denken uit ons leven.
De televisie is een handig communicatiemiddel om veel mensen te bereiken.
Je kunt zelfs televisie kijken op je mobieltje.
Maar vroeger was dat wel even anders!
Niet iedereen kon in het begin een televisietoestel betalen.
Eerst waren er alleen nog maar zwart-wit televisies. Jullie kunnen je dat eigenlijk helemaal niet voorstellen.
Televisiesignalen werden in Nederland uitgezonden door hoge zendmasten.
Zo kon een groot deel van Nederland de televisie-uitzendingen ontvangen.
Alleen Nederlandse uitzendingen!
Tegenwoordig kunnen we op wel bijna 100 verschillende zenders televisie-uitzendingen van over de hele wereld volgen. De hele dag door en nog live ook!
Informatie zoeken, mailtjes versturen; tegenwoordig gebruiken we heel vaak het Internet. Internet is het meest gebruikte communicatiemiddel ooit.
De computers moesten dus met elkaar “kunnen praten” en informatie kunnen verzenden.
Dit kan niet zomaar, daar moesten afspraken over gemaakt worden.
Als je een internetadres intypt (met een mooi woord: URL) dan begint dat met:
http://www.endankomtderest.nl
Eén van de mogelijkheden is dus het versturen van mailtjes.
Internet heeft dus heel veel mogelijkheden, maar er zijn ook best de nodige gevaren.
Zeker voor kinderen.
Zo, je weet nu een heleboel over tele-communicatie.
Vooral in de laatste 50 jaar is het allemaal erg snel gegaan.
Jullie opa’s en oma’s hadden nog niet eens televisie toen ze klein waren.
Jullie surfen met de snelste computers over het internet en hebben vaak allemaal een mobieltje.
De eerste computer van meester Jack had een harde schijf van maar liefst 40 MB !!
Tegenwoordig heeft een simpel USB-stikkie van 2 Gigabyte dus al 50x zoveel geheugen.
En de toekomst? Wie weet ………………..!!
Op deze pagina kun je een vertaalmachine vinden van het morse-alfabet.
Lukt het? Dat is best knap van de ander!
Geef hem/haar maar een pluim!
Je hebt in dit Piekerpad veel geleerd over tele-communicatie.
Je gaat over dit onderwerp een eigen WOORDZOEKER maken.
Misschien mag jouw woordzoeker wel in de schoolkrant, of drukt de meester of juffrouw hem voor de hele klas af.
Veel succes!